Bij de bakker

We schreven een eenvoudige dialoog 'bij de bakker':

A: De volgende, astublieft.
B: Dat ben ik! Ik had graag 2 sjoekes, 2 croissants en een groot wit.A: Het wit brood is op.
B: Geef mij dan maar een bruin.A: Is een kleintje goed?
B: Ja OK, hoeveel kost het?A: Dat is 4 euro 80 cent.
B: AstublieftA: Bedankt!

De manier waarop de dialoog gespeeld werd was belangijker dan de tekst. Hoe zeg ik iets blij, boos, geheimzinnig, verdrietig, trots, ongeduldig,...? Hoe toon ik met mijn lichaam dat gevoel (lichaamstaal). Zoals beloofd mocht nu iedereen eens acteren voor de camera. Tijdens het hoekenwerk werd er in één hoek deze dialoog opgevoerd en gefilmd. Dat verklaart de achtergrond geluiden van de medeleerlingen die onder andere 'un jeu' speelden en  plannen voor de speelplaats bedachten. Des te meer kan je nu letten op de lichaamstaal...